CAB- 10/11/2020
Op dinsdag 10 november 2020, neemt het Comité van de Armeniërs van België nota van het trilateraal akkoord dat werd bereikt tussen de eerste minister van Armenië, de president van de Federatie van Rusland en de president van Azerbeidzjan. Met deze overeenkomst lijkt een einde te komen aan de bloedige oorlog van Karabach (Artsakh).
Het akkoord werd door de president van Azerbeidzjan beschouwd als een overwinning. Met de verfijnde taal die hem eigen is, verklaarde hij “Wij hebben ze als honden weggejaagd.” Deze verklaring, samen met een reeks gelijkaardige uitspraken voorspellen een sombere toekomst voor de Armeniërs die op het grondgebied gebleven zijn.
Het Comité wil eerst en vooral de menige slachtoffers herdenken van dit conflict, o.a. de 1200 jongeren die gesneuveld zijn toen zij de Armeense bevolking van Artsakh wilden beschermen.
In afwachting van de modaliteiten van dit akkoord en tot het statuut dat Karabach verduidelijkt zal worden, doet het comité van de Armeniërs van België een oproep tot eenheid en vraagt om iedere vorm van provocatie te negeren
De overeenkomst die gisteren werd getekend zet vermoedelijk een einde aan de oorlog maar niet aan onze strijd voor het volk van Artsakh. De Armeniërs verpersoonlijken vooral solidariteit en weerstand. Het comité roept alle Armeniërs van België op tot eenheid en de steun aan het volk van Artsakh, om de vernielde gebouwen te reconstrueren om de vluchtelingen een kans te geven om huiswaarts te keren, als dat ten minste ooit verwezenlijkbaar zal zijn. Wij herinneren er aan dat reeds een groot deel van de bevolking het grondgebied verlaten had toen de Turks-Azeri strijdkrachten de civiele doelwitten begonnen te beschieten.
Daarbij heeft het comité tijdens de hele duur van de oorlog ontsteld het stilzwijgen van de regering en het federaal parlement moeten waarnemen. De minister van buitenlandse zaken, Mevrouw Sophie Wilmès en meer bepaald de eerste minister Alexander de Croo hebben zich onthouden de agressies tegen de bevolking van Nagorno Karabach, de talrijke gedocumenteerde oorlogsmisdaden, de aanwezigheid van jihadisten en de doorslaggevende rol gespeeld door NATO-lid Turkije aan te klagen.
De Europese Unie heeft geen actie ondernomen. Wij zijn de mening toegedaan dat onze Belgische medeburgers zich hierbij vragen zouden moeten stellen.
De Belgische regering heeft zich ook niet solidair opgesteld en onthield zich van elke vorm van humanitaire hulp aan de 100.000 vluchtelingen van Karabach. Gezien de omvang van de wederopbouw, roepen we de regering op om eindelijk steun te verlenen aan de bevolking van Artsakh, aan de heropbouw van hun infrastructuur en aan hun economie. Dit is ook wat de Armeniërs van dit land zullen doen.
Het Comité van de Armeniërs van België