Onze Gemeenschap

Sinds de aanval op Artsakh op 27 september, leven de Armeniërs van België op het ritme van de gevechten in Artsakh. We zijn er allen van bewust dat er op dit ogenblik een beslissende om niet te zeggen vitale strijd aan de gang is.

Enerzijds staat tegenover Artsakh een overweldigende strijdmacht die uitgerust is met de nieuwste drones, die beschikt over moderne wapens, gevechtsvliegtuigen, raketten en clusterbommen. De geallieerde Turkse en Azeristrijdkrachten beschikken over een outfit die zeer gerichte en moorddadige aanvallen in de hand werken. Met vastberadenheid beschieten ze steden en gebruiken ze clusterbommen.

Er werd tevens vastgesteld dat ook witte fosforbommen worden gebruikt die bossen in vlammen doen opgaan met allen die er wonen . De Armeniërs daarentegen beschikken over een verouderd wapenarsenaal. Zij hebben schade geleden en het grondgebied gelegen tussen Iran en het Zuiden van Artsakh is voortaan onder controle van de Azeri’s. De Armeense troepen bieden weerstand maar er sneuvelen veel soldaten. Te veel jonge mannen die opgeroepen werden hebben het leven verloren in deze strijd. Nochtans heeft Armenië geen keuze in deze onevenwichtige confrontatie en nu Azerbeidzjan laat weten geen overeenkomst te willen afsluiten.

Meerdere internationale verenigingen hebben gewaarschuwd voor een mogelijke genocide. Indien Artsakh zou verloren gaan, staat zo goed als vast dat Azerbeidzjan en Turkije het daar niet bij zullen laten. Op korte of lange termijn is het de bedoeling Armenië uit te schakelen. President Erdogan heeft zich voorgenomen “de missie van honderd jaar geleden van onze voorvaderen in de Kaukasus verder te zetten” en de voorzitter van Voetbalclub Qarabag roept in een tweet iedereen op om de “Armeniërs te doden, jong en oud zonder onderscheid”. Dit stuurt duidelijk aan op een volkenmoord die daadwerkelijk wordt uitgevoerd. Het is de bedoeling om de Armeense
aanwezigheid in de regio uit te schakelen omdat zij een hindernis vormen voor de nationalistische expansiepolitiek van de Turken.

Sinds één maand bestrijden de Armeniërs helemaal alleen de Azeri troepen en de Turkse reus. Rusland noch de Westerse mogendheden hebben bijstand verleend. Rusland heeft het druk met het berekenen vaan een broos evenwicht dat er uit bestaat zijn invloed over Azerbeidzjan te behouden en tevens aan Turkije het hoofd te bieden.

In Europa duidt alles erop dat zowel diplomaten als militaire strategen zich verheugen op deze bedreiging voor de Russische gezaghebbers aan de zuidergrens zonder zich zorgen te maken om het dodental in Armeense rangen. De Westerse leiders en media handhaven de illusie dat het gaat om een strijd op gelijke voet tussen twee landen die volgens de regels hebben besloten dat de tijd was aangekomen om oorlog te voeren. De waarheid van de ene zetten ze op gelijk niveau met de leugens van de andere onder het label: “tegenstrijdige verklaringen”. Het is flagrant dat telkens wanneer regeringen doen alsof zij niet op de hoogte zijn, dit als voorwendsel gebruiken om niet te moeten optreden.

In 2002 schreef politicoloog Samantha Power een opmerkelijk boek: «A Problem from Hell, America in the Age of Genocide.» .Deze diepgaande analyse over de Amerikaanse reacties tegenover genociden eindigt met de woorden: “ Het meest schokkende is te moeten vaststellen dat in plaats van een samenhangend geheel van tussenkomsten dat kan bestaan uit veroordelingen van de verantwoordelijken, uit het stopzetten van de Amerikaanse steun aan de bombardementen, of uit het samenstellen van een internationale coalitie in de regio, de Amerikanen hun vertrouwen hebben gesteld in onderhandelingen; zij hebben zich vastgeklampt aan diplomatische subtiliteiten , aan principes van neutraliteit of hebben zich beperkt tot het versturen van humanitaire hulp.”

Het bewijst dat de V.S. altijd hebben verklaard niet te weten hoe en met welke middelen zij een genocide kunnen vermijden maar dat zij in feite van hun vermeende onwetendheid en onmacht gebruik hebben gemaakt om hun onwil om acties te ondernemen te verdoezelen.

De conclusies van Power kunnen vandaag worden toegepast op Europa. Het Europese militair en diplomatiek systeem heeft weer de voorkeur gegeven aan stilte en passiviteit. Desinformatie of onduidelijke informatie die zich via de media verspreiden kunnen ook als dekmantel dienen voor dit tekort aan actie.

Een alerte diaspora.

 Gezien het internationale tussenkomst uitblijft in deze ongelijke strijd tussen sterk en zwak, beseft de Armeense diaspora in heel de wereld dat zij een rol te spelen heeft. Overal hebben de Armeniërs betoogd, vertegenwoordigers aangesproken, humanitaire hulp georganiseerd om Armenië te steunen.

De Armeniërs van België hebben ook acties ondernomen.

Na de eerste betoging van 1 oktober (zie Hay van 1 oktober) hebben zij een tweede betoging bijeengeroepen op 7 oktober. De opkomst telde 5.000 personen afkomstig uit diverse Europese landen. Deze tweede manifestatie richtte zich tot de Europese instellingen terwijl op hetzelfde moment het Europese Parlement een debat voerde over het conflict. Hoewel de meeste afgevaardigden het opnamen voor de Armeniërs volgde er geen resolutie en werd er niet gestemd.


Betogers hebben toen het Schumanplein afgesloten en ook andere kruispunten in de stad. Na deze betoging werden doorheen het land kleinere happenings en evenementen georganiseerd. In Brussel werden twee happenings georganiseerd., waarvan één op 14 oktober aan het Luxemburgplein en één op 24 oktober aan het Muntplein. Deelnemers droegen een masker met een kruis en zij beschuldigden de EU en België ervan te zwijgen. Zij droegen spandoeken die de oorlog aanklaagde. 14/10: “Flash mob” actie Luxemburgplein.

24/10 « Flash mob » actie Muntplein. 27/10 « Flash mob » actie Poelaertplein. Op 16 oktober heeft een gecoördineerde actie de grenzen versperd van 9 Europese landen, waarbij België, als protest tegen het stilzwijgen van de EU. Op 21 oktober werd een actie op touw gezet in Brussel om eerst de NATO en nadien het Federaal Parlement op hun plichten te wijzen.

Tijdens deze betoging werd een oorlogsvideo getoond op een reuzescherm. Nog andere betogingen werden georganiseerd in Jette op 17 oktober en aan het Schuman rondpunt op 28 oktober. Tegelijkertijd bleven de Armeniërs van België de media en de volksvertegenwoordigers benaderen. Er ontstond een aanhoudende briefwisseling met parlementsleden. Het Vlaamse Parlement heeft trouwens op 14 oktober een resolutie aangenomen. Er werd een ontmoeting gepland met de kabinetschef van Mevrouw Wilmes , thans minister van buitenlandse zaken. De minister was op dat ogenblik opgenomen in een ziekenhuis wegens COVID. Het comité heeft ook veel parlementsleden ontmoet.

Inzameling van fondsen en versturen van humanitaire hulp


Heel wat initiatieven zijn ontstaan om fondsen in te zamelen en hulp te sturen naar Armenië. Geldinzamelingen werden geregeld ten bate van het Armenian Fund. Op 25 oktober volgde een eerste telethon. Het totale bedrag bereikte 700.000 euros.

Het Armeense centrum heeft regelmatig kleding, geneesmiddelen en andere basisproducten verzameld en naar Armenië verzonden om de slachtoffers en vluchteling van het conflict te helpen.
De verzending naar Armenië via luchtvracht werd verwezenlijkt met de steun van het Wereldvoedselprogramma (hierbij onze dank).

Gelijkaardige initiatieven kwamen tot stand in andere Belgische steden. In deze moeilijke tijden , dankt het Comité de talrijke leden van de gemeenschap die zich hebben ingezet voor Artsakh en voor Armenië. Gedurende deze maand oktober heeft onze verhouding tot Armenië een andere vorm aangenomen.

De afloop van de huidige historische gebeurtenissen zal het noodlot van alle Armeniërs kentekenen; dat geldt voor ieder van ons.
Dat deze oorlog snel eindigt -dat hopen we allemaal - of verdergezet wordt, het is ieders plicht humanitaire steun te verlenen naar Armenië, de media te doen reageren, de Belgische maatschappij de mobiliseren en de
volksvertegenwoordigers ervan te overtuigen acties te voeren die vrede en gerechtigheid nastreven.

Het is onze ambitie België en Europa en niet alleen de Armeniërs, ertoe te brengen de Armeniërs van Artsalh te steunen zowel met politieke als met materiële middelen.

Nicolas Tavitian,

Voorzitter van het Comité van de Armeniërs van België.