Persbericht - Brussel, 26 april 2019. Gisteren, op 25 april, heeft de Kamer van Volksvertegenwoordigers in plenaire zitting een wetsontwerp goedgekeurd dat het negationisme stafbaar maakt, met uitzondering van de genocide van Armeniërs, van Arameens/Assyriërs en van Pontische Grieken tijdens de Eerste Wereldoorlog.

Het wetsvoorstel werd ingediend door afgevaardigden van de vier oude meerderheidspartijen.: MR, N-VA, Open VLD en CD&V. Het was bedoeld als de toepassing in het belgische recht, van zowel een kaderbesluit van de Europese Unie over racisme en xenofobie, als een conventie van de Raad van Europa over cybercriminaliteit.

De ontkenning door de wet van die genocides, misdaden tegen de mensheid en oorlogsmisdaden die niet werden bestraft door een internationaal gerecht werd door vele gemeenschappen, media en parlementariërs bekritiseerd.

Drie amendementen werden tijdens de plenaire ingediend – en in de Commissie van Justitie besproken, op 24 april. Peter de Roover (N-VA) vroeg de terugtrekking van de betreffende tekst, terwijl Christian Brotcorne en Olivier Maingain vroegen of de tekst zou worden vervolledigd met de inclusie van de Armeense genocide. Geen van de drie amendementen werd aangenomen. CD&V en MR verzetten zich tegen alle voorstellen, terwijl Groen, Ecolo en PS zich onthielden van de drie stemmingen.

Ondanks het verwerpen van de drie amendementen in de commissie, kwamen de vertegenwoordigers van verschillende partijen tussen om hun standpunt in het voordeel van de bestraffing van het negationnisme wat betreft de genocide van de Armeniërs te verduidelijken.

Peter de Roover (N-VA), bleef bij zijn standpunt en voegte daartoe: “wij gaan niet akkoord met het onderdeel waarbij wij een onderscheid maken tussen genocides.”

Georges Dallemagne (CdH): “ofwel laten wij de vrijheid om alle genocides te ontkennen, ofwel beslissen we om de negatie ervan te bestraffen, maar dan moeten alle misdaden op dezelfde manier behandeld worden.”

Olivier Maingain: “het is omdat er in ons land Armeense  en Turkse gemeenschappen zijn dat de neiging om de armeense genocide te negeren niet kan worden geaccepteerd. Het juridische muggenziften kan niet geaccepteerd worden.”

Carina van Cauter (Open-VLD) steunde het amendement van N-VA en “hoopte dat de volgende ploeg zich na de verkiezingen weer over dit probleem van de armeense genocide zou buigen”.

Christian Brotcorne voegde van zijn kan toe dat hij de verwerping van zijn amendement “betreurde omdat wij op deze manier bijdragen aan een bevriezing van de situatie, want niemand nog zal berecht worden voor deze genocide.”

Terwijl de vertegenwoordigers van MR het woord niet namen tijdens de sessie, dienden de afgevaardigden Clarinval en Jean-Jacques Flahaux een apart wetsvoorstel “met het oog op de wettelijke erkenning van de Armeense genocide van 1915 en de strafrechtelijke bestraffing van negationisme ter zake”.

Het Comité van Armeniërs in België had zich sterk gekant tegen het goedkeuren van een wet die verschillende genocides onderscheidt en kan zijn teleurstelling niet verbergen na de goedkeuring van een wetsontwerp dat door de turkse regering werd gedicteerd. Niettemin zijn wij tevreden met de aanvaarding in het Belgische recht van het beginsel van de bestraffing van het ontkennen van de genocides van de Tutsies of van de misdaden die in Srebrenica werden gepleegd, ook al is deze wet nog niet van toepassing voor de Armeense genocide. Wij nemen akte van de beloften van verschillende partijen dat zij na de verkiezingen het ontkennen van de genocides van 1915 ook strafbaar zullen maken en na de verkiezingen zullen verderwerken met de afgevaardigden om de fout te corrigeren die pas werd gemaakt.

Tot slot benadrukken wij dat de Belgische samenleving zelf, door haar verkozenen, moet beslissen of zij wenst dat vreemde staten in ons land delen van ons interne strafrecht mogen opleggen, en zo hun macht in onze samenleving uitdrukken.