VVLG (Vlaamse Vereniging voor Leraren geschiedenis en Cultuurwetenschappen), wil een representatief orgaan zijn voor de Vlaamse leraren geschiedenis en cultuurwetenschappen over de onderwijsnetten heen. Eén van de thema's dit jaar is de Armeense Kwestie.
Leerlingen buigen zich over de Armeense Kwestie: ze gaan als een onderzoekscommissie te werk en gaan de volgende vragen tijdens deze les proberen te beantwoorden.
- Wat gebeurde er tussen 1915 en 1917 in het Ottomaanse Rijk?
- Op welke manier komt men aan informatie over de Armeense kwestie? (Welke types bronnen bestaan er?)
- Welke verschillende visies/discussies zijn er over dit gebeuren ontstaan?
- Op welke manier beïnvloedt de Armeense Kwestie Turkije tot op de dag vandaag?
VERVOLG VAN DIT ARTIKEL IS TE VINDEN IN RUBRIEK "EVENTS"
Er zijn verschillende opdrachten voorzien:
Opdrachten HISTORICI:
Beantwoord aan de hand van de teksten van de historici de volgende vragen:
1. De Armeense kwestie lokt nog steeds veel controverse uit. Over welke aspecten (3) is er nog steeds discussie?
2. Vergelijk Palabiyik’s visie over de noodzakelijkheid van de deportaties met deze van Zürcher. Zijn beide auteurs het eens? Leg uit.
3. Enkele jaren geleden dook er een nieuwe bron op over de Armeense kwestie: Talaat Pasha’s `Black Book´.
a) Wat is het `Black Book´ juist?
b) Waarom is het belangrijk voor de Armeense kwestie?
4. Hoewel deze drie fragmenten komen afkomstig zijn uit werken van historici, hebben zij toch een verschillende visie over deze episode uit de Ottomaanse geschiedenis. Bekijk de achtergrond van de drie historici en los de volgende vragen op:
a) Welke historicus is volgens jou de meest betrouwbare en waarom?
b) Geef ook telkens een argument waarom de andere twee historici mogelijk minder betrouwbaar zouden zijn.
5. Zou je na het lezen van deze documenten, de gebeurtenissen in het Ottomaanse Rijk als een genocide omschrijven? Leg uit.
Opdrachten: KLEURENGROEP
Vertel eerst wat voor type bron je besproken hebt in fase 1 en vertel aan elkaar welke informatie deze bevatte. Beantwoord vervolgens de volgende vragen:
1. Is iedereen het eens dat er een volkerenmoord plaats vond in het Ottomaanse Rijk? Wat zijn de ervaren verschillen en gelijkenissen?
2. Waarom vonden de Ottomanen het noodzakelijk om dergelijke maatregelen ten opzichte van de Armeniërs te treffen? Er zijn verschillende visies over de noodzaak van deze maatregelen, bespreek deze aan de hand van de bestudeerde bronnen.
3. Lees de tekst: Armeense genocide: “Het spijt ons” op de volgende bladzijde.
a)Wat is de visie van de Turkse overheid?
b) Is iedereen in Turkije het daarmee eens?
c)Stemt de officiële Turkse visie overeen met wat jullie in de bronnen hebben gevonden?
Armeense genocide: “Het spijt ons”
wo 17/12/2008
Voor het eerst in de geschiedenis wordt in de Turkse publieke opinie een debat gevoerd dat afwijkt van de officiële versie over wat in het land de “Armeense kwestie” heet. Daarmee wordt de tragedie bedoeld die de op Ottomaans grondgebied levende Armeniërs aan het begin van de 20ste eeuw overkwam.
Op korte tijd kwamen toen, naargelang de bronnen, 300.000 tot anderhalf miljoen Armeniërs om het leven.
In een toenemend aantal landen worden die gebeurtenissen als “genocide” erkend. Turkije heeft zich tegen dat woordgebruik altijd verzet, en verwijst naar de oorlogsomstandigheden waarin de massamoorden plaatsvonden.
De afwijzing van het woord “genocide” is in Turkije absoluut in die zin dat het niet alleen het officiële standpunt is, maar dat het ook leidt tot een zelf opgelegd stilzwijgen. En dat is geen gezonde situatie, vindt een groep Turkse intellectuelen, die met een opvallende handtekeningenactie het stilzwijgen wil doorbreken.
De handtekeningen worden verzameld op de website www.ozurdiliyoruz.com, wat zoveel betekent als “Het spijt ons”. De tekst die de sympathisanten gevraagd wordt te
ondertekenen bestaat uit slechts 2 zinnetjes:
“Mijn geweten kan de onverschilligheid tegenover en de ontkenning van het grote drama dat de Ottomaanse Armeniërs in 1915 overkwam niet aanvaarden. Ik wijs dit onrecht uit eigen overtuiging af, en ik deel in de pijn van mijn Armeense broeders en zusters, en ik verontschuldig mij bij hen.” (vertaling uit het Turks)
Tegenstanders
Op enkele dagen tijd verzamelde de website meer dan 10.000 handtekeningen, maar zoals te verwachten viel, kent de campagne ook haar tegenstanders.
Ook al is de tekst die de sympathisanten gevraagd wordt te ondertekenen erg voorzichtig in zijn woordgebruik, wie in de Armeense kwestie probeert nuance aan te brengen hoeft zelfs het woord “genocide” niet te gebruiken om zelf een mikpunt te worden van intimidatie en vervolging.
Nobelprijs-winnaar Orhan Pamuk werd daarvan het slachtoffer, en uiteindelijk betaalde journalist-uitgever Hrant Dink zelfs met zijn leven.
Ook nu weer worden op tv-debatten de mensen achter de campagne van verraad beschuldigd, en op het internet wordt tegengas gegeven op de sites zoals “Wij verontschuldigen ons niet” (www.ozurdilemiyoruz.com). Ook op de sociale netwerksite Facebook wemelt het van de anti-groepen.
De actie komt er tegen de achtergrond van betere verhoudingen tussen de buurlanden Turkije en Armenië.
In september woonde de Turkse president Gül de voetbalinterland Armenië – Turkije bij, en diens Armeense collega beloofde in 2009 de terugwedstrijd bij te zullen wonen.
Eerder deze week reageerde Gül op een vraag over de “Het spijt ons”-campagne met de stelling dat iedereen in Turkije vrij zijn mening moet kunnen uiten.
Bron: http://www.deredactie.be/cm/vrtnieuws/archief/2.1222/buitenland/1.437095
GETUIGENISSEN
Opdracht: Lees de volgende getuigenissen en beantwoord de vragen:
August Bernau, US State Department Record Group 59: http://www.cridder.com/glue/4-22-98/genocide.html
August Bernau werkte als handelsagent voor het Amerikaanse oliebedrijf Vacuum Oil Company in Aleppo, een stad in het noordwesten van Syrië. Op verzoek van Jesse B. Jackson, de Amerikaanse consul in Aleppo, bracht hij in 1916 een bezoek aan de Armeense kampen in het oosten van Syrië. Zijn geschreven verslag wordt bewaard in de National Archives in Washington.
Alles wat ik heb gezien en gehoord, overtreft alle verbeelding. Spreken van duizend-en-een vreselijkheden is te licht. Ik dacht dat ik door de hel liep. Overal waar ik passeerde, zag ik hetzelfde. Barbarij van overheidswege die is gericht op de uithongering en de systematische uitroeiing van de Armeense natie in het Ottomaanse Rijk, overal dezelfde beestachtige onmenselijkheid bij de beulen, overal dezelfde folteringen voor de slachtoffers.
Martin Niepage, The Horrors of Aleppo. Seen by the eyes of a German Eye of German Eye Witness, Londen, 1916, p. 3-5,14,15 en 18.
Martin Niepage was een Duitse leraar die lesgaf aan de technische school van Aleppo (stad in het noordwesten van Syrië). Hij vond het zijn plicht om de Duitse regering op de hoogte te brengen van de
Men vertelde me dat de Armeniërs zich hadden bezondigd aan spionage en verraad. Nadat ik overal informatie had ingewonnen, kwam ik tot de conclusie dat die beschuldigingen erg overdreven waren. Voor iedere schuldige Armeniër werden tienduizend onschuldigen geslacht. Vrouwen en kinderen werden onmenselijk behandeld. Er werd een uithongeringscampagne op touw gezet die tot doel had een hele natie uit te roeien.
De moslims die ik ontmoette, waren ervan overtuigd dat de Duitse regering geen stappen onderneemt om de gruwel te stoppen omdat het Ottomaanse Rijk een bondgenoot is. Ze schudden hun hoofd van afkeuring over wat er gebeurt. Ze verborgen hun tranen niet wanneer ze in de stad een konvooi Armeniërs zagen
Men vertelde me dat de Armeniërs zich hadden bezondigd aan spionage en verraad. Nadat ik overal informatie had ingewonnen, kwam ik tot de conclusie dat die beschuldigingen erg overdreven waren. Voor iedere schuldige Armeniër werden tienduizend onschuldigen geslacht. Vrouwen en kinderen werden onmenselijk behandeld. Er werd een uithongeringscampagne op touw gezet die tot doel had een hele natie uit te roeien.
De moslims die ik ontmoette, waren ervan overtuigd dat de Duitse regering geen stappen onderneemt om de gruwel te stoppen omdat het Ottomaanse Rijk een bondgenoot is. Ze schudden hun hoofd van afkeuring over wat er gebeurt. Ze verborgen hun tranen niet wanneer ze in de stad een konvooi Armeniërs zagen voorbijlopen, zwangere vrouwen zagen die door Ottomaanse soldaten met stokken werden bewerkt en stervende mensen die zich niet meer konden voortbewegen.
Het doel van dat alles is de uitroeiing van de Armeense natie. Dat wordt ook bewezen door het feit dat de Ottomaanse overheid alle hulp van missionarissen, zusters en Europeanen afwijst, en zelfs hun werk probeert te hinderen. Als de Rijksdag (=het Duitse parlement) over het Ottomaanse Rijk spreekt, mogen deze gebeurtenissen niet worden verzwegen, hoe pijnlijk het ook zal zijn om erover te spreken. Niets kan ons meer beschamen dan de oprichting van een Turks-Duits paleis voor de vriendschap in Constantinopel, als wij onze christenbroeders niet kunnen beschermen tegen die nooit eerder geziene barbarij.
http://www.armeensegenocide.info/iwitness/index_iwitness.html
Sam Kadorian werd in 1907 te Kharpert (stad in het oosten van het Ottomaanse Rijk) geboren. Als achtjarige jongen werd Sam Kadorian gedeporteerd.
Na nog een paar dagen lopen kwamen we bij de oever van de rivier de Eufraat. Het was rond het middaguur toen wij daar aankwamen en ons kamp opsloegen. Aanvankelijk werden we met rust gelaten. Enige tijd later kwamen de Ottomaanse gendarmes en dreven alle jongens van 5 tot 10 jaar oud bij elkaar. Ik was 7 of 8 jaar. Ze grepen mij ook.
Ze gooiden ons op de oever op een stapel en begonnen ons met hun zwaarden en bajonetten te steken. Ik moet in het midden van de stapel hebben gelegen, want slechts één zwaard raakte mij... het schampte mijn wang... kijk, mijn wang. Ik kon niet schreeuwen. Ik was bedekt met het bloed uit de lichamen boven mij maar ik kon niet schreeuwen. Als ik wel geschreeuwd had zou ik vandaag niet hier zijn.
Mijn grootmoeder vond mij toen het donker werd. Ze tilde mij op en troostte mij. Alles deed pijn. Ik huilde en ze tilde mij op haar schouder en liep in het rond. Meerdere ouders kwamen naar hun kinderen zoeken. Ze troffen overwegend doden aan. Sommigen groeven met hun blote handen in het zand een graf en probeerden zo hun kind te begraven. Anderen duwden hen gewoon de rivier in, ze werden de Eufraat ingeduwd. Hun kleine lichamen dreven weg.
Opdrachten OOGGETUIGEN:
Beantwoord aan de hand van de teksten van de ooggetuigen de volgende vragen:
1. Beschrijf kort, aan de hand van de bronnen/getuigenissen, wat er met de Armeniërs in het Ottomaanse Rijk tussen 1915 en 1916 gebeurde.
2. De Turkse regering hechtte weinig geloof aan de getuigenis van Bernau. Waarom zou dat zijn, denk je?
3. Zou de getuigenis van Niepage in hun ogen geloofwaardiger zijn? Leg uit.
4. Bekijk nauwkeurig de bronvermelding bij het citaat van Niepage.
a) Wat valt je op?
b) Waarop zou dat kunnen duiden?
c) Maakt dit de bron noodzakelijk onbetrouwbaar?
5. Welke bron is volgens jou het betrouwbaarste? Leg uit.
DIPLOMATEN:
Opdracht: Lees de volgende diplomatische bronnen en beantwoord de vragen:
BRYCE, J., The Bryce report into the Armenian Massacre, 1915, Londen.
Het Bryce-report is een Brits overheidsrapport over de moordpartijen op Armeniërs van april-december 1915 geschreven door Lord Bryce een Britse politicus en historicus.
Ik ben diepbedroefd mee te delen dat de informatie die mij bereikt heeft uit verschillende bronnen aantoont dat het aantal gestorvene in Armenië erg hoog ligt. Het aantal wordt geschat op 800.000.
Er vielen zoveel slachtoffers omdat de genomen procedures zorgvuldig beraamd en systematisch uitgevoerd zijn, met een wrede efficiëntie dat tot nog ongezien is in het Ottomaanse Rijk. De moordpartijen zijn het resultaat van een politiek, die al gedurende lange tijd voorbereid werd door de bende gewetenloze avonturiers die het bestuur van het Ottomaanse Rijk in handen hebben.
Ze twijfelden om de moordpartij op Armeniërs uit te voeren totdat het juiste moment was aangebroken en dat moment leek aangebroken in april 1915. De bevelen kwamen uit Constantinopel en de ambtenaren zagen zich vanwege de vrees om ontslagen te worden genoodzaakt deze uit te voeren.
Er was geen haatgevoel van de moslims tegenover de christelijke Armeniërs. De gebeurtenissen waren niet het gevolg van religieus fanatisme maar werd uitgevoerd door de overheid die, om louter politieke redenen, wenste om de niet moslim-elementen die de homogeniteit van het rijk schaadde te verwijderen … .
Alle informatie die ik gekregen heb, bevestigt dat er geen reden is om te geloven dat moslim fanatici in deze gebeurtenissen een rol hebben gespeeld. Voor zover we weten, hoewel sommigen van de moordpartijen en deportaties gebruik hebben gemaakt om te plunderen, werden deze moordpartijen door het grootste deel van de moslims eerder met verschrikking onthaald. Het zou te ver gaan om te beweren dat ze probeerden tussen te komen, maar het lijkt erop dat ze het niet eens waren met het beleid van de Ottomaanse overheid.
De vrouwen, kinderen en de oude mannen werden in konvooi naar ver afgelegen gebieden zoals centraal Klein-Azië en naar de Syrische woestijn gebracht. Ze werden dag na dag door de soldaten voortgedreven. Als ze de karavaan niet konden volgen werden ze geslagen of achtergelaten om te sterven. Velen konden niet meer volgen en velen stierven door honger.
Er werden hen geen levensmiddelen gegeven en ze waren al reeds beroofd van alles wat ze bezaten. Een groot deel van de vrouwen moesten zich volledig uitkleden en moesten naakt onder de brandende zon verder trekken. Sommige moeders werden waanzinnig en gooiden hun kinderen weg omdat ze hen niet meer konden dragen.
In Trebizond (= stad in het noordoosten van Turkije aan de Zwarte Zee) joegen de Ottomaanse soldaten alle christenen op, verzamelden hen en dreven hen door de straten van de stad. Ze werden allemaal aan boord van zeilboten geplaatst en een eind in de Zwarte Zee gebracht waar ze overboord gegooid werden en verdronken. (..)
Een aantal Armeense vrijwilligers vochten aan de zijde van de Russen maar zij waren afkomstig uit de Armeense bevolking die in Rusland woonde. Het is mogelijk dat sommige Armeniërs de Ottomaanse-Russische grens overstaken om aan de zijde van hun Armeense broeders te kunnen vechten in het Russisch leger. Wij zijn het dus niet eens met de bewering van sommige Duitse leiders en kranten. Zij beweren immers dat de Ottomaanse overheid omwille van de Armeense steun aan Rusland niet anders kon dan de Armeniërs te deporteren en te straffen.
De Armeniërs die in het Ottomaanse Rijk, bijna volledig ongewapend vochten, streden uit zelfverdediging om hun families en zichzelf tegen de wreedheden van de Ottomaanse overheid te beschermen.
Het Ottomaanse beleid van slachting en deportatie was brutaal en zonder aanleiding. Het schijnt een toepassing te zijn van de stelregel eens opgesomd door Sultan Abdul Hamid: `De manier om af te raken van de Armeense kwestie is door af te raken van de Armeniërs.´ En de uitroeiingspolitiek is veel grondiger en bloeddorstiger uitgevoerd door de huidige leiders dan tijdens de periode van Abdul Hamid.
http://www.genocide-museum.am/eng/turkish.php
De Andonian Papers:
In dit document beval de minister van Binnenlandse Zaken, Talaat Pasha, de uitroeiing van de Armeniërs. Het werd in 1920 gepubliceerd door de Armeense journalist Aram Andonian. De herkomst van het stuk is onduidelijk en historici beschouwen dit document dan ook als een vervalsing.
25 maart, 1915
Aan Djemal Bey, afgevaardigde in Adana (=stad in het noorden van Turkije gelegen aan de Middellandse Zee):
Het is de plicht van iedereen om de realisatie van het nobele project van het uitwissen van het bestaan van de bekende elementen te bewerkstellingen. Deze bekende elementen zijn eeuwenlang de barrière geweest op vooruitgang van de beschaving in het Ottomaanse Rijk.
We moeten dan ook de volle verantwoordelijkheid op ons nemen en altijd herinneren hoe groot het offer is dat de Ottomaanse regering heeft gemaakt bij het intreden tot de Eerste Wereldoorlog.
In onze telegram van 18 februari 1915 kondigden we aan dat we besloten om de verschillende krachten die eeuwenlang een belemmering zijn geweest, uit te roeien en te vernietigen. Voor dit doel worden we gedwongen onze toevlucht te zoeken tot zeer bloedige methoden. Deze methoden verafschuwen ons, maar we zagen geen andere manier om de stabiliteit van het rijk te verzekeren.
Afgevaardigden uit Aleppo (= stad in het noordwesten van Syrië) bekritiseerden ons fel en drongen erop aan dat we barmhartig zouden zijn. Deze bewering is niets minder dan domheid. Nogmaals wil ik u herinneren aan de nood van de kwestie. Dit is zeer belangrijk.
Opdrachten: DIPLOMATEN
Beantwoord aan de hand van de teksten van de diplomaten de volgende vragen:
1. Is de volkerenmoord volgens deze bronnen spontaan ontstaan of werd ze voorbereid? Leg uit.
2. Welke rol speelde religie tijdens die gebeurtenissen?
3. Welke rol speelden Rusland en de Armeense Russen tijdens die gebeurtenissen? Welke invloed hadden zij op de Ottomaanse Armeniërs?
4. In de tweede bron gebruikt men het woord Armeniërs niet. Welke termen gebruikt men om hen te omschrijven?
5. Wie is er in de berichtgeving van de tweede bron het slachtoffer? Waarom?
6. Er zijn voldoende getuigenissen van diplomaten over de gebeurtenissen in het Ottomaanse Rijk. De tweede bron is echter een vervalst officieel overheidsdocument.
a) Onder welke bevolkingsgroep moeten de vervalsers waarschijnlijk gezocht worden?
b) Waarom zouden deze mensen een vervalsing gemaakt hebben?