Brussel – 05/03/2010 - Na onderhandelingen op hoog niveau tussen leiders in Brussel en Turkije, ging de Belgische politie op 4 maart over tot een reeks huiszoekingen bij Koerdische organisaties over geheel België.
De gerechtelijke autoriteiten moeten het onderzoek voeren dat ze nodig achten maar dit mag niet misbruikt worden om Koerdische burgers of organisaties die op vreedzame wijze voor hun politieke en culturele rechten opkomen te fnuiken of het leven onmogelijk te maken.
De operatie past binnen een grotere Europese politionele actie die duidelijk een verlengstuk vormt van de repressie tegen de Koerden in Turkije. In december vorig jaar werd de pro-Koerdische DTP (Democratische Maatschappij Partij) door het Turkse Grondwettelijke Hof verboden omdat de Partij activiteiten zou ontwikkelen die gericht zijn tegen de eenheid van de Turkse staat en natie. Daarop werd een nieuwe partij opgericht, de Partij voor Vrede en Democratie (BDP). Vorige maand werden 131 kaderleden van de BDP onder wie verschillende burgemeesters door de politie gearresteerd, op beschuldiging van lidmaatschap van de PKK. In de dagen daarop volgden politierazzia's en arrestaties in Italië, Duitsland, Frankrijk en Nederland.
In België viel de politie ook binnen in de studio's van de Koerdische TV-zender Roj-TV, die een doorn in het oog is van het Turkse regime. Ook in 1996 was de zender (toenmalige MED-TV) het voorwerp van razzia’s in het kader van de beruchte Spoetnik-zaak. Toen viel de Rijkswacht met veel vertoon de studio's in Denderleeuw binnen. Zij beukten de deuren in en sloegen computers stuk. Meer dan tien jaar later werd de Spoetnik-zaak beslecht. Men heeft nooit kunnen bewijzen dat de 17 verdachten zouden behoren tot een criminele organisatie, noch dat het geld van criminele oorsprong zou zijn. Het politionele samenwerkingsakkoord tussen Turkije en België dat in de jaren negentig door de gepensioneerde rijkswachtgeneraal De Ridder werd gesloten, heeft het Spoetnik-proces erg beïnvloed. Bij de huiszoekingen bij ROJ-TV werden opnieuw veel computers vernietigd en in beslag genomen. Wij vragen ons af waarom in het kader van een huiszoeking dingen vernietigd mogen worden? De speurders waren duidelijk van plan om ROJ-TV onmiddellijk uit de ether te halen. Moeten de gerechtelijke autoriteiten hun ‘ernstige aanwijzingen’ dan niet eerst kunnen bewijzen alvorens ze de spreekbuis van de Koerden monddood maken?
Verschillende elementen wijzen erop dat de gerechtelijke autoriteiten onder sterke druk van Ankara stonden om deze anti-Koerdische operatie te organiseren. Na de operatie drukte Turkije immers bij monde van de Turkse minister van buitenlandse zaken Ahmet Davutoglu zijn tevredenheid uit over de operatie: “Ik zou de Belgische autoriteiten willen feliciteren. Wij appreciëren hun vastbeslotenheid en hun verantwoordelijkheidszin”. Eind december beloofde premier Leterme in Ankara nog een nauwe samenwerking tussen de Belgische en Turkse politiediensten om elke Koerdische oppositie in België monddood te maken, meer bepaald de uitzendingen van ROJ-TV. En op 18 januari jl. werd de nieuwe Turkse ambassadeur in België, Murat Ersavci, nog ontvangen door minister van justitie Stefaan De Clerck en premier Yves Leterme om de repressieve operatie tegen ROJ-TV en tegen andere Koerdische organisaties in België te lanceren. Al deze elementen wijzen erop dat België door Ankara onder druk werd gezet om de Koerden in hun culturele rechten te beperken.
Wij waarschuwen er in het kader van deze operatie voor dat de Belgische autoriteiten geen verlengstuk mogen zijn van de culturele onderdrukking van de Koerden in Turkije. In het verleden werd de Koerdische gemeenschap in België immers al verschillende malen het slachtoffer van Turkse agressie die vanuit Ankara werd georkestreerd. Altijd hebben de Koerden de bevoegde autoriteiten de nodige bewijzen gegeven waardoor de daders geïdentificeerd kunnen worden. Maar telkens bleven de Turkse agressors ongestraft en werden de Koerden het slachtoffer:
· Op 31 december 1994 werden Koerdische vredesactivisten-intellectuelen in de lokalen van het Gemeenschapscentrum Ten Noey (Sint-Joost Ten Noode) aangevallen. Vervolgens werden niet de agressors maar de Koerden gestraft en moesten ze zich verplaatsen naar een plaats in Evere.
· Op 17 november 1998 werd het gebouw waar het Koerdisch Instituut te Brussel gevestigd is, het gebouw van het Cultureel Centrum van de Koerden en de lokalen van de Assyrische Vereniging in brand gestoken. Ondanks het feit dat we de beelden, krantenknipsels en ander bewijsmateriaal hebben doorgegeven aan het gerecht waarop de daders duidelijk herkenbaar zijn, werd niemand voor deze misdaad in beschuldiging gesteld. De daders waren nochtans zeer goed identificeerbaar op de tv-beelden. Toch werden alle aangehouden Turkse extremisten enkele uren na hun ondervraging vrijgelaten.
· Op 10 december 2005 werd rond 22u30 een molotovcocktail gegooid in de lokalen van de pro-Koerdische partij DEHAP (waar de huidige pro-Koerdische Partij voor Vrede en Democratie – BDP) gevestigd.
Wij zijn verontwaardigd over deze politie-operatie omdat die een inbreuk vormt op de vrije meningsuiting en duidelijk politiek geïnspireerd is. Turkije doet er alles aan om de Arbeiderspartij van Koerdistan (PKK) te demoniseren als een terroristische organisatie hoewel het gaat om een verzetsorganisatie die op brede steun kan rekenen van de Koerdische bevolking in Turkije en bovendien al verschillende keren haar wil heeft getoond om het conflict via politieke weg op te lossen. Hierop zijn de Turkse autoriteiten echter nog nooit ingegaan. In dit kader willen wij er op wijzen dat ook het Europees parlement onlangs in haar resolutie over Turkije van 10 februari nog heeft opgeroepen om ‘(…)ervoor te zorgen dat de antiterreurwetgeving niet wordt misbruikt om fundamentele vrijheden, met name de vrijheid van meningsuiting, in te perken, (..)” Voorts wordt het dringend tijd dat het debat over de Europese terreurlijst en de anti-terreurpolitiek in het algemeen wordt heropend. Het politiek misbruik daarvan is in ons land al meermaals duidelijk geworden.
Vrede vzw
Koerdisch Instituut vzw
Interparlementaire Werkgroep Koerden
Lionel Vandenberghe (voorzitter IPWK, ex-senator)
Ludo De Brabander
Prof. Ludo Abicht
Frieda Brepoels, Lid EP, N-VA
Jan Béghin (voormalig vice-voorzitter Brussels Parlement, sp-a)
Elke Tindemans, CD&V
Hugo Van Rompaey (eresenator, CD&V)
Paul Vanden Bavière (journalist, uitgever Uitpers)
Karel Van Reeth
Voor meer informatie, gelieve contact op te nemen met Lieve Driesen of Derwich Ferho van het Koerdisch Instituut vzw
Koerdisch Instituut vzw
Bonneelsstraat 16
1210 Brussel
T.: +32 (0)2 230 89 30
F.: +32 (0)2 231 00 97